Naar Galibi
Blijf op de hoogte en volg Martine
23 Augustus 2018 | Suriname, Galibi
Onze gids was Jeffrey, woonachtig in Galibi, de plaats van bestemming. Omdat hij last heeft van jicht in zijn voet, loopt hij nogal moeilijk, en gaf hij zelf al aan waarschijnlijk niet mee te kunnen op tour, maar een andere gids uit Galibi te regelen. We zien wel.
Via de hoge brug tussen de beide oevers van Paramaribo, gingen we de stad uit. Onze eerste stop was bij een klein plaatsje waar een politiecontrolepost was. Hier stond thee en koffie voor ons klaar, en konden we eventueel nog even naar de supermarkt, al was dit wel een hele kleine. Vervolgens reden we door en maakten een stop bij een monument in een dorpje, waar ten tijde van de binnenlandse oorlog een heel dorpje met onschuldige bewoners vrijwel was uitgemoord. Bij de opstapplaats van de boot, in Albina, konden we een broodje smeren voor, wat wij dachten, de lunch. Dus genoten we van een broodje kaas en een broodje chocopasta, wat heerlijk smaakt als je honger hebt.
Onze tassen werden in de boot geladen en onder een goed waterdicht zeil weggestopt. De handbagage hadden we beperkt tot een waterdichte zak met de cameratas erin en een flesje water. Het bleef echter droog, aanvankelijk. Ik had in plaats van de “grote” camera toch maar de onderwatercamera gepakt, zodat ik niet bang hoefde te zijn voor waterschade. Maar bij het zien van een luiaard, met een kleintje op de borst, vlak boven ons hoofd, bleek dat toch wel jammer. Tegen de tijd dat ik de andere camera had gepakt was de luiaard natuurlijk al flink verplaatst. Dat kunnen ze dan ineens wel heel snel!
Het laatste stukje naar Galibi waren er flinke golven die zorgden voor opspattend water. Wij zaten helemaal achter in de boot, en ik had voor die Laar tellen geen zin om de poncho te pakken, dus we werden kletsnat. Zelfs mijn onderbroek was doorweekt! Maar goed, dat droogt wel weer.
Op Galibi, wat eigenlijk bestaat uit de twee dorpen Christiankondre en Langemankondre, kregen we de kamers toebedeeld. Wij zaten in kamer 13, maar nog voordat we ons konden installeren, kwam John al vragen of wij twee bedden hadden. Zij hadden er maar één, en als het niet hoefde, wilden ze dat toch liever niet. Dus verhuisden we naar kamer 7. Het is een heel simpele kamer met een tweepersoonsbed met klamboe, en aangrenzend een badkamertje met douche en toilet. Alles wat we nodig hebben, dus.
Na het installeren werden we verwacht in het “restaurant”, waar de lunch klaar stond. We dachten dat we dat al hadden gehad, maar als er eten is, moet je eten, want je weet nooit wanneer je weer te eten krijgt. Dus aten we maar wat.
Na de lunch deden we even een dutje en lazen we wat op de kamer, al heb je hier mooi uitzicht op de rivier, maar we wilden ons even afzonderen van enkele groepsleden. Om 17:30 maakten we een dorpswandeling door het ene deel van het dorp. Gewoon met Jeffrey, want zij oma had hem behandeld, en nu was de pijn al veel minder. We kwamen langs de souvernirshop en de houtbewerker met zijn papegaai en schildpadjes. Terug bij de kamers hebben we even wat zitten kletsen voordat het eten alweer werd geserveerd. We kletsten nog wat met elkaar, toen ik plotseling een heel grote vogelspin boven de keuken zag wandelen. Mooie beesten, maar je denkt toch weer even: “ze zitten er echt!”, en je kijkt je kamer wel even goed rond voor het slapengaan.
Geen spin te zien op de kamer gelukkig, en ook geen andere enge beesten. Alleen een gekko, maar die mag blijven. Morgen gaan we al om 5:30 op pad. Welterusten.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley